De kinderen krijgen een rol als landmaker, zeemaker of dijkmaker. Ze pakken blind een kaartje met een tekening waarop hun rol staat. In de waterbak experimenteren we met land, overstromen en dijken.

 

We praten over of dat leuk zou zijn of niet, overal water. Voor wie wel, en voor wie niet? We gaan kort in op overstromingen als de watersnoodramp, die zo erg zijn dat duidelijk wordt dat dijken echt nodig zijn.