We bekijken een heleboel verzamelingen die op een bepaalde manier geordend zijn. Rekken in de supermarkt, afval in een vuilnisbak, een kast met laadjes, een deur die op slot zit. Nu gaan we zelf bedenken wat we in ons hoofd verzamelen. De kinderen speeddaten over verschillende onderwerpen als

  • vergeet je wel eens iets?
  • wat herinner je je nog van vroeger?
  • wie heb je graag om je heen?
  • bewaar je vervelende herinneringen, of liever niet?
  • wat heb je vandaag op school geleerd?
  • kun je ook geuren onthouden?
  • heb je in je hoofd een soort prullenbak voor dingen die je niet meer nodig hebt?

De kinderen maken aantekeningen voor zichzelf, en tekenen daarna de omtrek van een hoofd met daarin hun eigen verzamelingen. Dat wat zij belangrijk vinden, welke mensen, hobby’s of andere dingen zij bewaren. Hoe ziet dat eruit? Is het netjes geordend, of ligt alles door elkaar? Zijn het open verzamelingen, of zitten die achter gesloten deuren? Als de tekeningen klaar zijn komen de kinderen bij elkaar kijken; ze gaan dus eigenlijk op bezoek in elkaars hoofd.

‘Zooo, wat is het druk in jouw hoofd!”